Vorige pagina

Bil- en beenpijn

Bil

De bekkenring is erg belangrijk bij het overbrengen van krachten tussen de romp en de benen. De ring wordt gevormd door verschillende botdelen en gewrichten. Wanneer er instabiliteit in de gewrichten bestaat kan dit klachten veroorzaken. Dit noemen we bekkeninstabiliteit.

Coxitis fugax is een relatief veelvoorkomende heupaandoening die het vaakst gezien wordt bij kinderen tussen de 3 en 10 jaar. Het heupgewricht is geïrriteerd waardoor het kind plotseling mank gaat lopen, of zelfs helemaal niet meer wil staan of lopen. De afwijking wordt vaker gezien bij jongens dan bij meisjes.

Epifysiolysis capitis femoris is een heupprobleem dat ontstaat als de heupkop van het dijbeen afglijdt. De aandoening komt het vaakst voor bij kinderen van 10 tot 15 jaar oud. Het kan ontstaan in één been, maar ook beide benen kunnen aangedaan zijn. De aandoening is zeldzaam en wordt daardoor vaak gemist.

Etalagebenen is een aandoening van de bloedvaten. Het staat ook wel bekend als ‘arteriële claudicatio intermittens’. De patiënt klaagt over pijn in de benen die optreedt tijdens het lopen. Door even te stoppen met lopen verdwijnen de klachten, maar zodra er weer gestart wordt, beginnen de klachten na een zelfde loopafstand weer opnieuw.

Bij fibromyalgie is er sprake van pijn in bindweefsel en spieren. Onduidelijk is waardoor deze klachten veroorzaakt worden. Hierdoor is het moeilijk een diagnose te stellen. Patiënten voelen zich vaak onbegrepen en blijven zitten met onverklaarde klachten.

Heupartrose is een veelvoorkomende heupaandoening. Het kraakbeen in het heupgewricht raakt beschadigd waardoor het gewricht niet meer soepel beweegt en de heup stijf aan gaat voelen. De klachten worden veelal gerelateerd aan de ouderdom.

Bij een heupfractuur is de heup gebroken. Meestal ontstaat het letsel door een val waarna steunname op het aangedane been zo goed als onmogelijk is. De breuk wordt operatief behandeld.

Bij een kneuzing raakt onderhuids weefsel door inwerking van stomp geweld beschadigd. Het gevolg is een pijnlijke, gezwollen plek die later blauw kan kleuren. Een kneuzing geneest in de meeste gevallen vanzelf.

Er zijn veel structuren die pijn in de onderrug kunnen veroorzaken. De facetgewrichten worden steeds vaker aangewezen als belangrijke oorzaak van pijn in de onderrug. De pijn kan zich op verschillende manieren uiten, maar zit meestal aan één zijde met uitstraling naar het bovenbeen.

Het piriformis syndroom kenmerkt zich door pijn in de bilregio. De klachten ontstaan wanneer de diepere bilspier een zenuw irriteert die vanuit de rug naar het been toe loopt. Dit kan bijkomstig uitstralende klachten in het been tot gevolg hebben.

Reumatoïde artritis (RA) is een chronische aandoening waarbij meerdere gewrichten gaan ontsteken. Mensen met deze aandoening hebben last van pijn en stijfheid van de gewrichten. De klachten zitten in veel gevallen zowel links als rechts in dezelfde gewrichten en beginnen vaak in de vingers en tenen.

Pijn aan de buitenkant van de heup die optreedt tijdens het lopen is een typisch verschijnsel van het trochanter major pijnsyndroom. De pijn wordt gevoeld rond de harde knobbel die zich aan de buitenzijde van de heup bevindt.

De ziekte van Calvé-Legg-Perthes is een heupaandoening die voorkomt bij kinderen van 3 tot 11 jaar. De ziekte kenmerkt zich door pijn in de lies, knie of heup en een verstoord looppatroon (mank lopen). Het komt vier maal vaker voor bij jongens dan bij meisjes.

Heup

Liespijn is een veel voorkomende klacht onder sporters. Het kan verschillende oorzaken hebben. Een veelvoorkomende oorzaak is letsel aan de heupadductoren. Dit is een spiergroep die zich aan de binnenzijde van het bovenbeen bevindt.

De bekkenring is erg belangrijk bij het overbrengen van krachten tussen de romp en de benen. De ring wordt gevormd door verschillende botdelen en gewrichten. Wanneer er instabiliteit in de gewrichten bestaat kan dit klachten veroorzaken. Dit noemen we bekkeninstabiliteit.

Een corpus liberum is een los stukje kraakbeen of botweefsel dat vrij door het gewricht zwerft. In de volksmond wordt dit ook wel een ‘gewrichtsmuis’ genoemd. Hierdoor kan het voorkomen dat gewrichten niet meer goed kunnen bewegen.

Coxitis fugax is een relatief veelvoorkomende heupaandoening die het vaakst gezien wordt bij kinderen tussen de 3 en 10 jaar. Het heupgewricht is geïrriteerd waardoor het kind plotseling mank gaat lopen, of zelfs helemaal niet meer wil staan of lopen. De afwijking wordt vaker gezien bij jongens dan bij meisjes.

Epifysiolysis capitis femoris is een heupprobleem dat ontstaat als de heupkop van het dijbeen afglijdt. De aandoening komt het vaakst voor bij kinderen van 10 tot 15 jaar oud. Het kan ontstaan in één been, maar ook beide benen kunnen aangedaan zijn. De aandoening is zeldzaam en wordt daardoor vaak gemist.

Bij fibromyalgie is er sprake van pijn in bindweefsel en spieren. Onduidelijk is waardoor deze klachten veroorzaakt worden. Hierdoor is het moeilijk een diagnose te stellen. Patiënten voelen zich vaak onbegrepen en blijven zitten met onverklaarde klachten.

Heupartrose is een veelvoorkomende heupaandoening. Het kraakbeen in het heupgewricht raakt beschadigd waardoor het gewricht niet meer soepel beweegt en de heup stijf aan gaat voelen. De klachten worden veelal gerelateerd aan de ouderdom.

Een impingement betekent ‘inklemming’. Bij het heup impingement raakt een bindweefselring of het heupkraakbeen ingeklemd tussen de heupkop en de heupkom. Dit heeft pijn in de heup tot gevolg.

Bij een heupfractuur is de heup gebroken. Meestal ontstaat het letsel door een val waarna steunname op het aangedane been zo goed als onmogelijk is. De breuk wordt operatief behandeld.

Bij het iliopsoas syndroom zijn de slijmbeurs en/of pees van de iliopsoas spier aangedaan. Dit resulteert in pijn aan de voorzijde van de heup, in de liesregio. Het iliopsoas syndroom wordt regelmatig niet herkend als oorzaak van heuppijn.

Bij een kneuzing raakt onderhuids weefsel door inwerking van stomp geweld beschadigd. Het gevolg is een pijnlijke, gezwollen plek die later blauw kan kleuren. Een kneuzing geneest in de meeste gevallen vanzelf.

Osteochondritis dissecans is een aandoening van het kraakbeen en het onderliggende bot van een gewricht. Als gevolg hiervan kan een stukje bot met kraakbeen losraken van het gewrichtsoppervlak.

Pijn in de buik kan vele oorzaken hebben. In dit artikel richten we ons met name op de pijn die afkomstig is van de buikspieren.

Bij een rectus femoris tendinopathie is de pees van een belangrijke bovenbeenspier aangedaan. Dit veroorzaakt pijn aan de voorzijde van de heup en het bovenbeen.

Reumatoïde artritis (RA) is een chronische aandoening waarbij meerdere gewrichten gaan ontsteken. Mensen met deze aandoening hebben last van pijn en stijfheid van de gewrichten. De klachten zitten in veel gevallen zowel links als rechts in dezelfde gewrichten en beginnen vaak in de vingers en tenen.

Pijn aan de buitenkant van de heup die optreedt tijdens het lopen is een typisch verschijnsel van het trochanter major pijnsyndroom. De pijn wordt gevoeld rond de harde knobbel die zich aan de buitenzijde van de heup bevindt.

De ziekte van Calvé-Legg-Perthes is een heupaandoening die voorkomt bij kinderen van 3 tot 11 jaar. De ziekte kenmerkt zich door pijn in de lies, knie of heup en een verstoord looppatroon (mank lopen). Het komt vier maal vaker voor bij jongens dan bij meisjes.

Bovenbeen

Acuut letsel aan de hamstrings ontstaat vaak tijdens het sporten. Iedereen kent het beeld wel van een voetballer of atleet die tijdens een sprint plotseling naar de achterzijde van het bovenbeen grijpt. De sprint wordt onmiddellijk gestaakt en de sporter stort naar de grond of komt hinkend tot stilstand.

Liespijn is een veel voorkomende klacht onder sporters. Het kan verschillende oorzaken hebben. Een veelvoorkomende oorzaak is letsel aan de heupadductoren. Dit is een spiergroep die zich aan de binnenzijde van het bovenbeen bevindt.

Een corpus liberum is een los stukje kraakbeen of botweefsel dat vrij door het gewricht zwerft. In de volksmond wordt dit ook wel een ‘gewrichtsmuis’ genoemd. Hierdoor kan het voorkomen dat gewrichten niet meer goed kunnen bewegen.

Coxitis fugax is een relatief veelvoorkomende heupaandoening die het vaakst gezien wordt bij kinderen tussen de 3 en 10 jaar. Het heupgewricht is geïrriteerd waardoor het kind plotseling mank gaat lopen, of zelfs helemaal niet meer wil staan of lopen. De afwijking wordt vaker gezien bij jongens dan bij meisjes.

Epifysiolysis capitis femoris is een heupprobleem dat ontstaat als de heupkop van het dijbeen afglijdt. De aandoening komt het vaakst voor bij kinderen van 10 tot 15 jaar oud. Het kan ontstaan in één been, maar ook beide benen kunnen aangedaan zijn. De aandoening is zeldzaam en wordt daardoor vaak gemist.

Etalagebenen is een aandoening van de bloedvaten. Het staat ook wel bekend als ‘arteriële claudicatio intermittens’. De patiënt klaagt over pijn in de benen die optreedt tijdens het lopen. Door even te stoppen met lopen verdwijnen de klachten, maar zodra er weer gestart wordt, beginnen de klachten na een zelfde loopafstand weer opnieuw.

Bij fibromyalgie is er sprake van pijn in bindweefsel en spieren. Onduidelijk is waardoor deze klachten veroorzaakt worden. Hierdoor is het moeilijk een diagnose te stellen. Patiënten voelen zich vaak onbegrepen en blijven zitten met onverklaarde klachten.

Hamstringklachten ontstaan vaak acuut. Dit betekent dat de pijn in één keer ontstaat tijdens een plotselinge toename van kracht of snelheid. Wanneer dit niet het geval is en de klachten geleidelijk ontstaan spreken we van een niet-acuut hamstring letsel. Dit kan een chronische vorm aannemen.

Heupartrose is een veelvoorkomende heupaandoening. Het kraakbeen in het heupgewricht raakt beschadigd waardoor het gewricht niet meer soepel beweegt en de heup stijf aan gaat voelen. De klachten worden veelal gerelateerd aan de ouderdom.

Een impingement betekent ‘inklemming’. Bij het heup impingement raakt een bindweefselring of het heupkraakbeen ingeklemd tussen de heupkop en de heupkom. Dit heeft pijn in de heup tot gevolg.

Bij een heupfractuur is de heup gebroken. Meestal ontstaat het letsel door een val waarna steunname op het aangedane been zo goed als onmogelijk is. De breuk wordt operatief behandeld.

Bij een kneuzing raakt onderhuids weefsel door inwerking van stomp geweld beschadigd. Het gevolg is een pijnlijke, gezwollen plek die later blauw kan kleuren. Een kneuzing geneest in de meeste gevallen vanzelf.

Bij het iliopsoas syndroom zijn de slijmbeurs en/of pees van de iliopsoas spier aangedaan. Dit resulteert in pijn aan de voorzijde van de heup, in de liesregio. Het iliopsoas syndroom wordt regelmatig niet herkend als oorzaak van heuppijn.

Bij een kanaalstenose is het wervelkanaal vernauwd. Hierdoor raken een of meer zenuwwortels bekneld. De beknelde zenuwen kunnen tot pijn in de benen tijdens het lopen leiden. Dit staat ook wel bekend als neurogene claudicatio.

Osteochondritis dissecans is een aandoening van het kraakbeen en het onderliggende bot van een gewricht. Als gevolg hiervan kan een stukje bot met kraakbeen losraken van het gewrichtsoppervlak.

Bij quadriceps tendinitis is de pees van de quadricepsspier ontstoken. Dit geeft pijnklachten aan de voorkant van de knie, net boven de knieschijf.

Bij een rectus femoris tendinopathie is de pees van een belangrijke bovenbeenspier aangedaan. Dit veroorzaakt pijn aan de voorzijde van de heup en het bovenbeen.

Reumatoïde artritis (RA) is een chronische aandoening waarbij meerdere gewrichten gaan ontsteken. Mensen met deze aandoening hebben last van pijn en stijfheid van de gewrichten. De klachten zitten in veel gevallen zowel links als rechts in dezelfde gewrichten en beginnen vaak in de vingers en tenen.

Het tractus iliotibialis frictie syndroom is een hardloopblessure die ook weleens gezien wordt bij bergwandelaars. De pijn zit aan de buitenkant van de knie en is het gevolg van wrijving tussen de tractus iliotibialis pees en botweefsel van het kniegewricht.

Pijn aan de buitenkant van de heup die optreedt tijdens het lopen is een typisch verschijnsel van het trochanter major pijnsyndroom. De pijn wordt gevoeld rond de harde knobbel die zich aan de buitenzijde van de heup bevindt.

De ziekte van Calvé-Legg-Perthes is een heupaandoening die voorkomt bij kinderen van 3 tot 11 jaar. De ziekte kenmerkt zich door pijn in de lies, knie of heup en een verstoord looppatroon (mank lopen). Het komt vier maal vaker voor bij jongens dan bij meisjes.

Knie

De achterste kruisband is een zeer sterke structuur die zich midden in de knie bevindt. Alleen onder forse krachten kan deze scheuren en instabiliteit in het kniegewricht veroorzaken.

Acuut letsel aan de hamstrings ontstaat vaak tijdens het sporten. Iedereen kent het beeld wel van een voetballer of atleet die tijdens een sprint plotseling naar de achterzijde van het bovenbeen grijpt. De sprint wordt onmiddellijk gestaakt en de sporter stort naar de grond of komt hinkend tot stilstand.

In de knie bevinden zich twee halvemaanvormige schijven die tussen het bovenbeen en het onderbeen in liggen. Dit zijn de binnenste en de buitenste meniscus. Ze kunnen beschadigen door acuut letsel of door veroudering en slijtage.

In het geval van een Bakerse cyste ontstaat er een zwelling in de knieholte en raakt die holte gevuld met vocht. Een cyste is vaak het gevolg van een ander, onderliggend knieprobleem.

De binnenste knieband, ook wel mediale band genoemd, is een belangrijke band voor de stabiliteit van het kniegewricht. Letsel aan deze band treedt vaak op tijdens een acute blessure, zoals een verdraaiing of een ongeval. Een snelle en juiste diagnose is van belang voor een goed herstel.

In het geval van een bursitis prepatellaris is de slijmbeurs aan de voorzijde van de knie ontstoken. Deze slijmbeurs bevindt zich tussen de huid en de knieschijf.

Een corpus liberum is een los stukje kraakbeen of botweefsel dat vrij door het gewricht zwerft. In de volksmond wordt dit ook wel een ‘gewrichtsmuis’ genoemd. Hierdoor kan het voorkomen dat gewrichten niet meer goed kunnen bewegen.

De twee halvemaanvormige schijven die zich in de knie bevinden, noemen we de binnenste en de buitenste meniscus. Wanneer de menisci (meervoud) door veroudering in kwaliteit achteruit gaan, spreken we van degeneratief meniscus letsel.

Bij fibromyalgie is er sprake van pijn in bindweefsel en spieren. Onduidelijk is waardoor deze klachten veroorzaakt worden. Hierdoor is het moeilijk een diagnose te stellen. Patiënten voelen zich vaak onbegrepen en blijven zitten met onverklaarde klachten.

Hamstringklachten ontstaan vaak acuut. Dit betekent dat de pijn in één keer ontstaat tijdens een plotselinge toename van kracht of snelheid. Wanneer dit niet het geval is en de klachten geleidelijk ontstaan spreken we van een niet-acuut hamstring letsel. Dit kan een chronische vorm aannemen.

Hoffitis is de benaming voor een zwelling en/of irritatie van het vetlichaam van Hoffa. Dit vetlichaam bevindt zich aan de voorzijde van de knie, achter de kniepees die naar het onderbeen toe loopt.

De jumper`s knee (springersknie) dankt zijn naam aan het feit dat de aandoening veel voorkomt bij mensen die een sport beoefenen waarbij veel gesprongen wordt. De klachten bevinden zich rond de kniepees aan de voorzijde van de knie.

Bij een kneuzing raakt onderhuids weefsel door inwerking van stomp geweld beschadigd. Het gevolg is een pijnlijke, gezwollen plek die later blauw kan kleuren. Een kneuzing geneest in de meeste gevallen vanzelf.

Knie artrose is een veel voorkomende vorm van artrose. Het staat in de volksmond bekend als knieslijtage en wordt door specialisten ook wel gonartrose genoemd.

De voorste kruisband bevindt zich midden in de knie. Het is een sterke structuur die voorkomt dat het onderbeen ten opzichte van het bovenbeen te ver naar voren toe verschuift. Vooral voor de intensieve sporter heeft een voorste kruisbandletsel grote gevolgen.

Bij Osgood-Schlatter is er sprake van een ongecontroleerde aangroei van de tuberositas tibiae. Dit is de knobbel aan de voorkant van het scheenbeen, net onder de knie. Je zou Osgood-Schlatter een overbelastingsblessure van de knie tijdens de groei kunnen noemen.

Osteochondritis dissecans is een aandoening van het kraakbeen en het onderliggende bot van een gewricht. Als gevolg hiervan kan een stukje bot met kraakbeen losraken van het gewrichtsoppervlak.

Het patello-femoraal pijnsyndroom (PFPS) kenmerkt zich door pijn rondom de knieschijf. De klachten treden op bij specifieke belasting van het patello-femorale gewricht. Dit is het gewricht tussen de knieschijf (de patella) en het bovenbeen (de femur). Het PFPS wordt met name gezien bij jongeren en jongvolwassenen.

Bij een popliteus tendinitis is de pees van de spier die we ‘popliteus’ noemen ontstoken. Deze spier ligt in de knieholte en kan onder andere pijn en klachten geven tijdens het hardlopen. Omdat heuvelafwaarts hardlopen de klachten provoceert wordt de aandoening ook wel ‘heuvelknie’ genoemd.

Bij quadriceps tendinitis is de pees van de quadricepsspier ontstoken. Dit geeft pijnklachten aan de voorkant van de knie, net boven de knieschijf.

Reuma, of ‘reumatoïde artritis’, is een chronische aandoening waarbij meerdere gewrichten gaan ontsteken. Mensen met deze aandoening hebben last van pijn en stijfheid van de gewrichten. De klachten zitten in veel gevallen zowel links als rechts in dezelfde gewrichten en beginnen vaak in de vingers en tenen.

Het tractus iliotibialis frictie syndroom is een hardloopblessure die ook weleens gezien wordt bij bergwandelaars. De pijn zit aan de buitenkant van de knie en is het gevolg van wrijving tussen de tractus iliotibialis pees en botweefsel van het kniegewricht.

Onderbeen

Het onderbeen is onderverdeeld in verschillende compartimenten. Dit zijn groepen spieren die omgeven zijn door een stug kapsel. Wanneer de druk binnen een compartiment te groot wordt, spreken we van het compartimentsyndroom.

Etalagebenen is een aandoening van de bloedvaten. Het staat ook wel bekend als ‘arteriële claudicatio intermittens’. De patiënt klaagt over pijn in de benen die optreedt tijdens het lopen. Door even te stoppen met lopen verdwijnen de klachten, maar zodra er weer gestart wordt, beginnen de klachten na een zelfde loopafstand weer opnieuw.

Bij een kneuzing raakt onderhuids weefsel door inwerking van stomp geweld beschadigd. Het gevolg is een pijnlijke, gezwollen plek die later blauw kan kleuren. Een kneuzing geneest in de meeste gevallen vanzelf.

Bij een kanaalstenose is het wervelkanaal vernauwd. Hierdoor raken een of meer zenuwwortels bekneld. De beknelde zenuwen kunnen tot pijn in de benen tijdens het lopen leiden. Dit staat ook wel bekend als neurogene claudicatio.

Lymfoedeem is een aandoening waarbij zich een abnormale hoeveelheid vocht en eiwitten ophoopt in een lichaamsdeel. Er is een verstoorde balans tussen de aan- en afvoer van dit vocht.

Het mediaal tibiaal stress syndroom (MTSS) is een overbelastingsblessure van het onderbeen die vaak gezien wordt bij hardlopers, militairen en mensen die sporten beoefenen waarin veel gesprongen wordt. Van alle hardloopblessures is ongeveer 15% een MTSS. Vroeger werd de term ‘shin splints’ gebruikt voor iedere vorm van pijn aan de schenen die ontstaat na inspanning. Omdat er veel onduidelijkheid bestaat over wat shin splints precies inhoudt, spreken (para)medici tegenwoordig over het mediaal tibiaal stress syndroom.

Een trombosebeen is een aandoening waarbij een bloedstolsel gevormd wordt in de bloedvaten van het onderbeen. Zo’n bloedstolsel kan ervoor zorgen dat een bloedvat geheel of gedeeltelijk wordt afgesloten.

Bij een zweepslag van de kuit ontstaat er een (gedeeltelijke) spierscheur in de kuitspier. De scheur is het gevolg van een plotselinge zeer krachtige aanspanning van de spier tegen grote weerstand.